logo Erfgoed Rijssen-Holten

De geschiedenis van het kerkelijk leven in Rijssen

Volgens overlevering moet rond het jaar 770 de monnik Lebuïnus door het Reggedal zijn geworden en op het Schild, het centrale plein van de financiering, een kapel heeft gesticht.

Nu ruim 1250 jaar later zijn er nog velen in Rijssen die geloven en betrokken zijn bij de kerk. In die 1250 is er veel gebeurd in de kerkgeschiedenis van Rijssen en daarom een ​​goed moment om terug te kijken naar deze periode.

Geschiedenis leert ons de oorsprong van onze cultuur, van ons handelen en ook onze kerkelijke ligging. Om de kerkgeschiedenis van Rijssen te begrijpen is het goed om eerst eens in de geschiedenis te duiken die aan de komst van Lebuïnus vooraf gaat.

Allereerst  is het van belang om in hoofdlijnen naar het ontstaan ​​van het christendom te kijken. Het Christendom  in het jaar 33 wanneer Jezus Christus begint na Zijn lijden en sterven naar de hemel opvaart en de discipelen de opdracht geeft: "Ga dan heen, onderwijs al de mensen, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat ik geboden heb, in acht te nemen" In de Bijbel vinden we deze opdracht in  Mattheüs 28 vers 19.
In het boek Handelingen wordt vervolgens beschreven hoe de apostelen aan deze opdracht uitvoering geven. Met naam de apostel Paulus speelt  hierin een belangrijke rol door de zendingsreizen die hij maakt. Uiteindelijk wordt hij door God naar Europa geleid om daar ook het Evangelie te v  uiteindelijk komt hij zelfs in Rome uiteindelijk om daar voor de keizer te verschijnen.

Belangrijke gebeurtenissen voor het christendom zijn de opstelling van de geloofsbelijdenissen. Rond het jaar 170 wordt de apostolische geloofsbelijdenis overeengekomen. Elke zondag in de middagdienst en in de avonddienst wordt het geloof beleden met de woorden van dit oude belijdenisgeschrift.
Deze belijdenis wordt samen met de geloofsbelijdenis van Nicea beleden binnen de oorspronkelijke christelijke kerk. In de Rooms Katholieke kerk, de Oosters Orthodoxe kerk en in de Protestantse kerken. 

Een belangrijk jaar is het jaar 325. Wat was het geval. In Nicea was het een priester uit Alexandrië, Arius, die verdwenen dat Jezus niet gelijk is aan God, maar gemaakt zou zijn door Zijn Vader. Een jonge diaken met naam Athanasius bestrijdt deze Arius en toont aan de grond van Gods Woord dat Jezus waarlijk God is van eeuwigheid.
Op het Concilie van Nicea moet er duidelijkheid komen over de leer. Het Arianisme wordt begraven. Athanasius krijgt gelijk. Dit verklaart in de belijdenis die we nog niet kennen als de geloofsbelijdenis van Nicea. Ook de geloofsbelijdenis van Athanasius richt zich tegen de leer van Arius. 

Op dit concilie wordt ook de datum voor Pasen bepaald, zoals wij die nog steeds kennen, te weten dat de eerste zondag na volle maan volgt op de eerste lentedag 21 maart.

Een ander noemt waardig jaar is het jaar 367. In dat jaar noemt bisschop Athanasius in zijn Paasbrief de 27 boeken van het Nieuwe Testament. Op het derde Concilie van Carthago in 397 worden de 27 boeken officieel door de Latijnse kerk toegevoegd aan de canon van Bijbelse boeken.

Het klink misschien verrassend. Maar de Canon van de Bijbel die door Protestantse, Gereformeerde kerken en Evangelische gemeenten wordt gekend is van na de Dordtse Synode van 1619. Want de Canon van Rooms Katholieke Kerk kent 77 boeken. De 11 apocriefe of deuterocanonieke boeken die de Rooms Katholieke Kerk ook als canoniek kent, zijn ontstaan in de periode tussen de Hebreeuwse Bijbel en de boeken van het Nieuwe Testament. Het zijn boeken uit de Septuagint (de tussen ca. 225 en 100 v.Chr. gemaakte Griekse vertaling van het Oude Testament.
De Protestantse kerken erkennen deze 11 apocriefe boeken niet als canoniek waardoor de Protestantse Bijbel 66 boeken telt, 39 Oude testament en 27 Nieuwe testament.

In het jaar 354 wordt een andere belangrijke kerkvader geboren in Thagaste (Afrika) Zijn naam is Augustinus. Zijn vader is in tegenstelling tot zijn moeder Monnica geen christen. Zijn eerste levensfase wordt gekenmerkt door de ‘wereld’. Voor zijn moeder was het een kwelling te moeten zien hoe haar zoon leefde. In 387 is er de grote ommekeer. Op Pasen laat hij zich dopen tot grote vreugde van zijn moeder.

In 395 wordt Augustinus bisschop van Hippo Regius. Dat is hij tot zijn dood toe gebleven. Hier schreef hij al zijn preken, brieven, geschriften waarmee hij de algemeen erkende leider van de Westerse kerk is geworden. Want ook in de Rooms Katholieke kerk is zijn werk gezaghebbend. Zijn bekendste werken zijn:
- de Confessiones, 13 hoofdstukken met belijdenissen van zijn persoonlijke leven en de keuzes die hij maakte;
- de Civitate Dei, De stad Gods, 22 boeken een apologie van het christelijk geloof.
Beroemd zijn ook zijn uitspraken
- Goed zingen is dubbel bidden;
- In essentiële zaken eenheid, in niet essentiële zaken vrijheid en in alle dingen liefde
- Gij hebt ons voor U geschapen, en rusteloos is ons hart tot het rust vindt in U;

 Een andere interessante vraag is waarom de monnik Lebuïnus naar het oosten trok om die heidense Saksen te kerstenen.

In de periode na Augustinus begint de groei voor de Christelijke kerk in Europa. Kloosters in Ierland spelen hierin ee ngrote rol. Via Ierland wordt Groot-Brittannië gekerstend.
Rond het jaar 500 gaat de koning der Franken, Clovius over tot het Christendom. Vanaf dat moment wordt het Christendom actief uitgedragen onder de onderworpen volkeren.
In 718 was Karel Martel de legerleider die de Saksen versloeg en de gebieden van Twente, Westfalen en delen van Nedersaksen toevoegde aan het Frankische Rijk. Hij was ook de veldheer die betrokken was bij één van de meest strategische veldslagen uit de Europese geschiedenis, de slag bij Poitiers in 732. Hij versloeg daar het oprukkende Moorse leger, komend vanuit Spanje. Hiermee kwam een einde aan de islamitische expansie vanuit Zuid-Europa.
 

Karel de Grote, een kleinzoon van Karel Martel, volgt in 768 zijn vader Pepijn de Korte op als koning der Franken. Zijn rijk wordt verbonden met zijn naam: Het Karolingische rijk.
In het jaar 800 wordt hij door de Paus gekroond tot Keizer van het Heilige Roomse Rijk. Dus één groot rijk dat maar één godsdienst kent.
Van 772 tot  804  wordt opnieuw tegen de Saksenoorlog gevoerd. Het hele woongebied van de Saksen werd met zwaar militair geweld veroorzaakt, de gemiddelde bevolking wordt met aanzienlijke wreedheid gepleegd, ze worden gedwongen het Rooms-Katholieke geloof aan te nemen (door de Rooms-Katholieken  kerstening  genoemd).
Vijf jaar later wordt over het gebied van de Saksen een bestuursapparaat van de Rooms-Katholieke kerk ingericht en het grondgebied in  bisdommen  verdeeld

Vanuit Utrecht wordt de bisschopsstad de kerstening in Nederland ingezet. Het is de Utrechtse bisschop Gregorius die de monnik Lebuïnus opdracht geeft om het oostelijk deel van Nederland te kerstenen. 

Dat Lebuïnus ook in Rijssen komt heeft te maken met de zeer oude handelsroute die van Utrecht naar Minden in Duitsland liep. Rijssen lag vrij centraal tussen Deventer en Oldenzaal maar was ook een strategische plek aan deze weg. Bij Rijssen en ook bij Goor kon de Regge middels een voorde of later een veer van brug gepasseerd worden. Hierdoor had Rijssen in het handelsnetwerk in die tijd een strategische functie ook een functie als (militair) steunpunt en als verzorgingsplaats.

 Tot zover de voorgeschiedenis. We zijn nu aangeland rond het jaar 770 waar Lebuïnus Rijssen op bezoek is. Het begin van de kerkgeschiedenis van Rijssen.

Klik op de afbeelding om naar de Canon te gaan.

 

 

Erfgoed Rijssen-Holten maakt gebruik van Erfgoednet 3.0 een product van Picturae